Op een namiddag belde hij me op om kennis te maken. Aan de telefoon bespeurde ik een zekere: Waar is dat eigenlijk allemaal voor nodig? Op mijn uitnodiging vertelde hij daar wat uitgebreider over. “Kijk als ik in een vergadering zit en alles is gezegd wat gezegd moet worden, dan hoef ik niet zo nodig ook nog een duit in het zakje te doen.” Het eerste wat ik dacht was: Wat een verademing dat we nog Klazen hebben in onze organisaties, die niet door het dwangmatige ‘zie-mij-eens-op-het-podium’ virus zijn besmet. We zouden deze Klazen moeten koesteren. En misschien moeten we juist hun collega’s, die voortdurend op hun borst roffelen en niet gehinderd door al te veel kennis wel altijd een mening hebben, naar een coach sturen.
Maar enfin het ging niet over Bokito's, maar over Klaas. Ik complimenteerde hem met zijn wijze inzicht om niet nodeloos zich zelf te horen praten, maar had nog wel een troef in mijn mouw. “Maar Klaas, als jij dan de hele vergadering niet zoveel gezegd hebt, dan heb je waarschijnlijk heel veel gezien en gehoord. Meer waarschijnlijk dan de anderen die veel aan het woord zijn geweest heb jij overzicht. Dus hoe zou het zijn als je dat uitsprak aan het eind van een vergadering? Zou dat iets nieuws toe kunnen voegen?” Er klonk een royale lach aan de andere kant van de lijn. “Tja zo heb ik er nooit tegen aan gekeken….”
We gingen aan de slag samen. De eerste gesprekken gingen over verbinding, aansluiting zoeken in het contact, want als hij wat zei werd dat vaak als kritiek ervaren, waardoor de samenwerking stagneerde. Hij kreeg meer zicht op de belevingswereld van anderen, de communicatie verbeterde, maar hij bleef een aversie houden tegen dat gedoe over zichtbaarheid. Alsof het iets van buitenaf was waaraan hij moest voldoen om voor vol te worden aangezien. Hier schuilt dan ook een paradox. Zichtbaarheid heeft te maken met het uitdrukken van autonomie. Wees meer zichtbaar is net zo onmogelijk als wees spontaan. Dus toen Klaas aan het begin van het vierde gesprek zei dat hij helemaal geen zin meer had om naar de pijpen van zijn directeur te dansen, begon hij goede vorderingen te maken! We vervingen de vraag: ‘Hoe word ik meer zichtbaar?’ door ‘Wat wil IK van mijn bazen en van mijn medewerkers?’ ‘Wat is mijn visie op mijn rol als teamleider? Wat wil ik bewerkstelligen?’
Nu Klaas zich meer richt op wat hij wil en dat uitdraagt is de hele zichtbaarheidkwestie eigenlijk overbodig geworden…..Klaas tevreden, baas tevreden….
Delen: